Super leuk, je neemt de stap om motor te gaan rijden! Heel cool, maar voordat je begint met motorrijden moet je wel een aantal dingen weten. We zetten tien punten op een rij. Een voorproefje: je moet drie examens doen. Schrik!
Punt 1: het theorie-examen
Welnee, laat die drie examens je niet afschrikken hoor, want ze zijn heel goed te doen. Het brengt ons wel bij het eerste punt: het theorie-examen voor de motor. Ook al heb je al een autorijbewijs B, ook voor de motorfiets moet je een apart theorie-examen maken. Dat wordt afgenomen op het CBR bij jou in de buurt. Dit motorexamen verloopt feitelijk hetzelfde als het auto theorie-examen, alleen krijg je vragen die meer van toepassing zijn op motoren. Er bestaan aparte studieboeken voor het motorexamen. Neem de regels goed in je op, dan heb je je theorie binnen no time op zak. Het is altijd handig om je theorie-examen al op zak te hebben voordat je begint met motorlessen, dat geeft rust.
Punt 2: de bijzondere verrichtingen
Het motorexamen bestaat uit twee onderdelen. Je begint met de bijzondere verrichtingen, beter bekend als de voertuigbeheersing. Na wat lessen mag je op examen. In dit examen bepaalt de examinator welke zeven oefeningen je moet laten zien. Deze worden gekozen uit verschillende clusters, waarvan er 1 uit elk cluster moet komen. In totaal zijn vier oefeningen uit de clusters verplicht, de overigen drie oefeningen kiest de examinator. Belangrijk: elke oefening telt even zwaar mee. Je moet ten minste vijf van de zeven oefeningen succesvol uitvoeren om te slagen. Wanneer je een oefening onvoldoende uitvoert mag je deze één keer overdoen, dus geen stress als het de eerste keer niet lukt.
Punt 3: verkeersdeelneming motorexamen
Geslaagd voor de voertuigbeheersing? Mooi! Nu lekker de weg op. Dat motorrijbewijs heb je bijna al in the pocket. Tijdens verkeersdeelneming wordt er gekeken naar je kijkgedrag, de plaats op de weg, toepassen van de verkeersregel en de beheersing van de motor. Als je tijdens het examen laat zien dat je alles in huis hebt om een goede motorrijder te zijn, dan ben je geslaagd en kan het genieten beginnen.
Punt 4: koop goede motorkleding en een helm
Yes, geslaagd! Het avontuur kan beginnen. Investeer wel in goede motorkleding en een degelijke helm. Op een motorfiets bestaan er geen kreukelzones, dus extra bescherming kan geen kwaad. Laat je daarom goed adviseren bij de motorzaak over welke kleding het beste bij jou past. Bezuinig hier vooral niet op, want bij een eventuele valpartij is goede bescherming essentieel.
Punt 5: leeftijd speelt een rol
In tegenstelling tot het autorijbewijs – waar er geen limiet op het motorvermogen geldt als je bijvoorbeeld wat jonger bent – is dat bij het motorrijbewijs wel het geval. Er zijn drie A-rijbewijzen. Wanneer je 18 jaar oud bent mag je het A1 rijbewijs halen, goed om een motor uit te zoeken met een maximaal vermogen van 11 kW. Om het A2-rijbewijs te halen moet je minimaal 20 jaar oud zijn, maar dan mag je wel op een motor met een vermogen van 35 kW. Vanaf een leeftijd van 24 jaar, mag je op alle zware motoren rijden.
Punt 6: het rijden moet je onderhouden
Motorrijden is heel anders dan het rijden in een auto. Het is daarom belangrijk dat je je vaardigheden op de motorfiets blijft onderhouden. Maak daarom geregeld een ritje, dan krijg je nog meer ervaring en dat is goed voor je zelfvertrouwen. Hoe meer kilometers je maakt, hoe beter je gaat rijden. Zie het maar zo: elke rit is een les. Een motorrijder is in de regel ook veel beter in het anticiperen op overig verkeer, omdat je een defensieve rijstijl hebt op de motor.
Punt 7: je bent kwetsbaarder
Ontzettend belangrijk is dat je realiseert dat je kwetsbaarder bent op de motorfiets dan wanneer je in een auto rijdt. Een auto heeft kreukelzones, airbags, een gordel en beschermende plaatdelen. Een motorfiets heeft dat niet. Gebruik daarom altijd je verstand op de motorfiets. Breng jezelf, maar ook andere weggebruikers niet in gevaar. Hij kwam al eerder voorbij in dit overzicht: maar anticipeer goed op ander verkeer, rijd defensief en zorg dat je gezien of gehoord wordt!
Punt 8: kan je alles betalen?
Toegegeven: een motorfiets is in de regel stukken voordeliger in aanschaf, onderhoud en in de verzekering ten opzichte van een auto. Maar bij een motorfiets spelen ook andere randzaken mee, zoals het halen van je rijbewijs, het kopen van motorkleding en investeren in een goede helm. Maak vooraf een kostenplaatje en kijk of je alles makkelijk kunt betalen, ook als je bijvoorbeeld nog een keertje examen moet doen. Zo krijg je inzicht in de kosten.
Punt 9: verzorg je motorfiets goed
Veilig motorrijden begint bij jezelf, maar ook je machine moet in gezonde conditie zijn. Een handige tip om te onthouden is het BRAVO-A-principe. Dit komt ook voorbij tijdens je examens. BRAVO-A is van toepassing bij controlehandelingen van je motorfiets, dus voordat je gaat rijden. De afkorting staat voor B-banden, R-remmen, A-aandrijving, V-verlichting, O-olie en A-algemeen. Controleer die onderdelen altijd even voordat je gaat rijden.
Punt 10: kies een motor die goed bij je past
Bepaal vooraf goed welke motorfiets het beste bij je past. Ben je een sportievere rijder? Dan kun je kiezen voor een sportieve naked of supersport, Als je meer van toeren houdt dan kun je beter kiezen voor een comfortabele naked, allroad of offroadmachine waarbij je wat rechterop zit. Zorg ook altijd dat je voeten goed op de grond komen als je stilstaat, dat geeft stabiliteit en vertrouwen. Laat desnoods de motorfiets wat verlagen, dat is in de meeste gevallen gewoon mogelijk.